Chip wordt bij Memory geroepen, de directeur van de opleiding. ‘Vanaf nu gaan we het helemaal anders doen’, zegt Memory. En zo gebeurt het ook. Chip is de eerste student die zonder enige belemmering of overtuiging de wereld in wordt gestuurd. Op zoek naar optimale vrijheid en geluk. Op zijn reis in de nieuwe wereld komt hij in gesprek met meerdere typen, die hem allemaal de lessen van het leven bij willen brengen. Mainframe, Google, Hyper, Microsoft en Trojan brengen hem alle ervaringen van het leven, maar ook vreselijk veel verwarring. En uiteindelijk, uiteindelijk heeft hij helemaal niets. Of juist alles?

Chip is een metafoor voor de nieuwe mens. Een mens zonder belemmeringen en overtuigingen. Chip is een filosofisch boekje met een fictief tintje waarin meerdere maatschappelijke thema’s aan de kaak worden gesteld en de lezer wordt aangezet om zijn eigen wereldbeeld eens flink ‘in the cloud’ of ‘in een crash’ te laten komen.